Toelichting Bestuur, ondersteuning en algemene dekkingsmiddelen
Werkelijk | Begroting na wijziging | Primaire begroting | |
(x € 1.000) | 2023 | 2023 | 2023 |
Lasten | 14.438 | 14.808 | 13.186 |
Baten | 57.747 | 57.235 | 53.629 |
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten | 43.308 | 42.427 | 40.443 |
Toevoeging reserves | 4.322 | 4.578 | 1.738 |
---|---|---|---|
Onttrekking reserves | 5.306 | 5.826 | 2.640 |
Gerealiseerd resultaat | 44.292 | 43.675 | 41.345 |
---|
Verschillenanalyse ( - = nadelig, + = voordelig) | Bedrag |
---|---|
x € 1.000 | |
Bouwkundig onderhoud | |
Er heeft in 2023 minder onderhoud plaatsgevonden dan vooraf geraamd. | 13 |
Heffen in invorden gem. bel. BSGW | |
De BSGW heeft voor 2023 een negatief resultaat behaald, dit resulteert in een extra bijdrage en wegens een correctie is er een extra last van in het jaar 2023 verwerkt. | -60 |
Algemene uitkering | |
Deze afwijking wordt veroorzaakt door de decembercirculaire. Deze wordt te laat gepubliceerd om dit nog in de begroting bij te stellen. | 451 |
Bestuur | |
Het budget ten behoeve van de Rekenkamer is in 2023 niet aangesproken | 26 |
(Gewezen) wethouders: Als gevolg van met name, een positieve bijstelling van, de door het ministerie bepaalde rekenrente heeft een onttrekking plaatsgevonden uit de voorzieningen pensioenverplichtingen (oud)wethouders (14). Dardoor was een toevoeging (80) aan de voorziening pensioenverplichting (oiud) wethouders en de voorzienng wethoudersuitkeringen niet nodig. | 94 |
Reserves | |
Er is vanwege lagere lasten in 2023 ook een lager bedrag onttrokken aan de algemene reserve(-130), de krimpreserve (-174), de reserve omgevingswet (-92) en de reserve ESZL (-18). Daarnaast heeft een lagere bijdrage aan de reserve Grondexploitaties (18) en een, per saldo, hogere bijdrage aan de reserve afval (-26). | -422 |
Overhead en overige | |
Dalende energieprijzen in 2023 en een lagere energieafrekening over 2022 hebben geleid tot een incidenteel voordeel voor gas en elektriciteit | 96 |
Door het doorschuiven van ICT projecten naar 2024 is minder inhuur noodzakelijk geweest. | 46 |
Lagere lasten arbokosten en lagere bijdrage aan de voorziening spaarverlof | 25 |
Lagere incidentele lasten huisvesting (35) en een voordelig resultaat op treasury (43) | 78 |
Een voordeel als gevolg van een positief resultaat op de P-staat (19), een hoger bedrag aan ontvangen UWV middelen (13) en een lager bedrag aan inhuur (95) | 127 |